Mentor en coach

Elke klas heeft een mentor ((tweetalig) vwo en havo of havo/vmbo-t) of een coach (vmbo en praktijkonderwijs) die oog heeft voor prestaties, doelen en welbevinden van leerlingen, vanuit hoge verwachtingen en vertrouwen. Hij of zij is de spil in de begeleiding en het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders. Daarnaast biedt de mentor/coach ondersteuning bij het plannen en studeren en het maken van passende keuzes. Daarbij nemen leerlingen zoveel mogelijk zelf de regie over hun eigen leerproces.

In reflectiegesprekken tussen leerling en mentor/coach en driehoekgesprekken met ouder(s) of verzorger(s) erbij worden individuele onderwerpen besproken. Daarnaast komen tijdens de dagstart gezamenlijke thema’s aan bod, zoals leefstijl, internetgebruik, alcohol en drugs en omgaan met elkaar. Op deze manier combineren we individuele aandacht met begeleiding van de klas als groep. Met zelfvertrouwen, zelfkennis en zelfreflectie als speerpunten.

 

 

Leerlingondersteuners en leerlingbegeleiders

Naast de mentor en coach zijn er op het Elde College leerlingondersteuners (vmbo) en leerlingbegeleiders (havo/(t)vwo). Dit zijn geen docenten, maar vaste gezichten op de afdeling bij wie leerlingen terecht kunnen voor praktische vragen, een gezellig praatje of een serieus gesprek. De onderwerpen variëren van verlofaanvraag tot ziekmelding en van lesverwijdering tot gebeurtenissen in de thuissituatie. De leerlingondersteuners en -begeleiders bieden een luisterend oor, helpen leerlingen verder en bemiddelen eventueel bij conflicten, ruzies en pestgedrag, samen met de anti-pestcoördinator. Zo voelt elke leerling op onze school zich iedere dag gezien en gehoord.

Ondersteuningscoördinatoren

Soms speelt er iets waar leerlingen samen met hun mentor of coach niet uitkomen. Of is er extra ondersteuning nodig, bijvoorbeeld bij dyslexie, dyscalculie of faalangst. Dan komt één van de ondersteuningscoördinatoren in beeld. De ondersteuningscoördinatoren zijn verantwoordelijk voor het aansturen van specifieke leerlingenzorg binnen de school. En zij onderhouden contacten met externe hulpverleners, zodat ons onderwijs zo goed mogelijk op elke leerling kan worden afgestemd.

Zorg- en adviesteams

Via de mentor of coach en de ondersteuningscoördinator kan een leerling besproken worden binnen één van vier zorg- en adviesteams (ZAT) op school. Bijvoorbeeld als er zorgen zijn over fysiek of psychisch welzijn, gedrag of motivatie en de mentor of coach niet voldoende kan ondersteunen. In het ZAT komen interne en externe pedagogische professionals samen, met het doel om tot de best mogelijke vervolgroute voor een leerling te komen. Het kan zijn dat daar andere partijen bij betrokken worden, zoals een psycholoog, de schoolarts of jongerenwerk. Natuurlijk altijd in overleg met de leerling zelf en diens ouder(s) en/of verzorger(s).

Zij vormen de basis van elk zorg- en adviesteam

  • De betreffende mentor
  • De betreffende ondersteuningscoördinator
  • Een professional van Centrum voor Jeugd en Gezin

Vertrouwenspersonen

Vertrouwenspersonen zijn docenten bij wie leerlingen en ouders terecht kunnen als zij te maken krijgen met ongewenst gedrag op school, zoals seksuele intimidatie, agressie en/of geweld. De vertrouwenspersoon luistert, geeft advies en ondersteunt bij verdere acties. Hij of zij treedt dus niet zelf op als hulpverlener, maar verwijst eventueel door naar externe deskundigen. De vertrouwenspersonen garanderen vertrouwelijkheid, maar hebben wel een meldplicht als er strafbare feiten aan het licht komen. Daarnaast geven zij op basis van hun signaalfunctie beleidsadvies aan schoolbestuur en directie.

Decanen

Onze decanen helpen leerlingen met het maken van belangrijke keuzes tijdens hun schoolloopbaan. In de onderbouw vooral met het kiezen van een profiel met bijbehorende vakken. In de bovenbouw met keuzes die te maken hebben met vervolgopleidingen en beroepen. Dat doen zij door samen met leerlingen onderzoek te doen naar en de mogelijkheden die daarbij aansluiten.

Daarnaast informeren de decanen in het derde leerjaar leerlingen klassikaal over profielen (tweetalig vwo en havo) , sectoren, afdelingen (vmbo-b en vmbo-k) en vakkenpakketten (vmbo-g en vmbo-t). Vervolgens vinden in januari individuele gesprekken plaats om half maart tot een voorlopig vakkenpakket te komen. Half april kiezen leerlingen hun definitieve vakkenpakket voor het schooljaar erna.